Taxonomie in vogelvlucht
Door Dirk Van den Abeele
Ornitho-Genetics VZW
MUTAVI, Research & Advice Group
Published in BVA-International magazine augustus 2017
Ik kan me voorstellen dat de meeste liefhebbers zich nu eens in de haren gaan krabben en afvragen wat is taxonomie, en meer nog, wat heeft dat eigenlijk met onze hobby te maken?
Een begrijpelijke reactie. Ik kan me voorstellen dat de meeste onder ons al decennialang vogels fokken en zich nog nooit die vraag gesteld hebben of zich ook maar over taxonomie bekommerd hebben, maar toch is taxonomie nauw verweven met onze hobby.
Taxonomie is het deel van de wetenschap die zich bezighoudt met het indelen van organismen in diverse groepen. Taxonomie komt van het Griekse táxis ofwel ordening, schikking en nómos ofwel gebruik, wet. Mensen die met taxonomie bezig zijn worden taxonomisten genoemd. Ze bestuderen de diverse levensvormen en plaatsen soorten binnen een bepaald genus (ook geslacht genoemd). Het zijn dus deze mensen die onze agaporniden binnen het genus Agapornis hebben geplaatst en ook bepaald hebben welke soorten er in dit genus bevinden.
Ik geef toe dat taxonomie weinig invloed heeft op de manier waarop we onze vogels gaan fokken en daardoor minder interessant lijkt, maar toch is het belangrijk, willen we een ruimere blik op onze hobby hebben, dat we wat meer kennis hebben van deze materie. Helaas hebben we in het verleden meermaals gezien dat hobbyisten hierover vergissingen maakten, met als gevolg dat we daarmee onze hobby belachelijk maakten. Zo waren er in het verleden bv. keurmeesters die dachten van Agapornis nigrigenis te moeten veranderen naar Agapornis nigrigenus of waren er die zelfs nieuwe wetenschappelijke namen dachten te moeten toekennen aan gedomesticeerde soorten. Geloof me vrij, dat geknoei kunnen we missen als de pest en heeft onze hobby meermaals in een slecht daglicht geplaatst.
Taxonomie is zeker geen nieuwe wetenschap, want door de eeuwen heen hebben heel veel wetenschappers planten en dieren beschreven en geprobeerd, elk op hun manier en volgens hun opvattingen, om de familiebanden tussen de soorten in kaart te brengen en deze soorten in te delen in bepaalde klassen en groepen. Het is dan ook normaal dat deze kennis, net als andere wetenschappen, door de loop der jaren sterk geëvolueerd is en de taxonomische indelingen met de tijd meermaals aangepast werden. Het gebeurt dan ook regelmatig dat recent onderzoek een ander licht brengt op de relaties tussen bepaalde soorten, met het gevolg dat soorten anders ingedeeld worden. Dat dit tot verwarring kan leiden hoeft niet gezegd.
Omdat de meeste vogelliefhebbers nu niet direct onmiddellijke toegang hebben tot deze publicaties heb ik daarom één goede raad: baseer u bij indelingen van soorten op de recentste indelingen. Dat kan heel wat misverstanden vermijden.
De eerste taxonomisten
De eerste geschreven gegevens welke over taxonomie bekend zijn, waren afkomstig van Aristoteles. Deze Griekse wijsgeer leefde van 384 tot 322 voor Christus in Stagira. Hij probeerde, zover we weten, als een van de eersten, een systematische indeling van het dierenrijk te maken [1, p. 3]. De indelingen van Aristoteles waren ook gebaseerd op de aanwezige soorten en veel minder op de familiebanden van de soorten. Dat vooral omdat men toen eigenlijk geen enkel inzicht had in de evolutie van soorten. Het is onnodig te stellen dat deze lijst dan ook verre van volledig was en deze door de eeuwen heen meermaals aangevuld en waar nodig aangepast is.
Maar dat was toen echter niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Elke nieuwe soort die ontdekt werd moest worden toegevoegd aan de bestaande lijsten. Aangezien uitwisseling van gegevens toen niet zo eenvoudig was als vandaag de dag en, zeker door gebrek aan duidelijke richtlijnen in deze materie, elke taxonomist dan ook zijn eigen manier van werken had, gebeurde het regelmatig dat bepaalde soorten meerdere keren en onder verschillende namen beschreven werden. Naamsverwarring die zelfs vandaag de dag ons nog parten kan spelen.
Er werden dan ook, door de loop van de geschiedenis, verschillende indelingen gemaakt en een groot aantal naamsystemen voorgesteld. Tal van organisaties en personen hebben, op hun beurt, pogingen ondernomen om een sluitend uniform naamsysteem te creëren welke solide genoeg is om naamsverwarring te voorkomen. Meestal bleven deze pogingen onopgemerkt omdat ze onvoldoende onderbouwd waren en daardoor de nodige draagvlakken misten.
De eerste echte ernstige poging om regels en afspraken aangaande naamgeving voor soorten te maken werd ondernomen door Dhr. Strickland. Hugh Strickland (1811 – 1853) was een Engelse wetenschapper welke, samen met The Brittish Association for the advancement of Science, – nieuwe en de toen reeds bestaande – regels en afspraken over taxonomie op papier zette [2], [3]. Dankzij dit werk werd alles meer overzichtelijk. Deze voorstellen bleven gelukkig niet onopgemerkt en omdat Strickland het overgrote deel van het werk op zich nam, kregen deze regels later zijn naam: Strickland’s rules of Strickland’s code. Deze regels worden vandaag ook de prioriteitsregels in taxonomie genoemd en bevatten onderandere volgende basisafspraken:
- Bij een, door meerdere auteurs onafhankelijk van elkaar beschreven, soort telt alleen de eerst gepubliceerde naam – die aan de voorwaarden voldoet – als de geldige naam. Eén van die voorwaarden is dat het om een wetenschappelijke, (meestal in latijn, Grieks of gelatiniseerde) naam gaat die nog niet eerder gebruikt mag zijn.
- Wanneer een soort in een ander genus (geslacht) geplaatst wordt, blijft de soortnaam ongewijzigd.
Hier moeten we dan wel aan toevoegen dat er een uitzondering is voor de eventueel Latijnse uitgang van de naam. Wanneer het grammaticale geslacht van het nieuwe genus verschilt van dat van het oude, dan dient deze aangepast te worden. Een voorbeeld hiervan kunnen we terugvinden bij het genus Forpus. Lafresnaye beschreef in 1848 Psittacula conspicillata. Het grammaticale geslacht van Psittacula is vrouwelijk en daarom had de soortnaam in het Latijn ook een vrouwelijk achtervoegsel ‘a’: conspicillata. Wanneer tien jaar later deze soort onder het genus Forpus geplaatst werd, werd het Forpus conspicillatus. Het grammaticale geslacht van Forpus is immers mannelijk, dus moest de soortnaam ook aangepast worden.
Een ander voorbeeld is Agapornis personatus wanneer Anton Reichenow deze soort beschreef deed hij dat als ‘Agapornis personata’. Een duidelijke vergissing want aangezien het grammaticale geslacht van Agapornis mannelijk is moest de uitgang van deze soortnaam, in dat geval, ‘us’ zijn. Taxonomisten hebben dat dan aangepast naar Agapornis personatus [4, p. 77]. Let op: er zijn heel wat uitzonderingen daarom heb ik hierboven ook ‘in dat geval’ bij vermeld. Een schoolvoorbeeld daarvan is Agapornis taranta. Deze soort is genoemd naar een geografische plaats en dat blijft dan ongewijzigd. Agapornis nigrigenis en Agapornis lilianae blijft ongewijzigd omdat hun grammaticaal geslacht hier onzijdig is. Verwarren? Misschien toch wel een beetje voor meesten (LOL)
Andere uitzondering is, wanneer een soort in een ander genus geplaatst wordt en in dat nieuwe genus al een soort bestaat met diezelfde soortnaam. Het is vanzelfsprekend dat de soortnaam dan ook moet gewijzigd worden. Zijn er al een of meer alternatieve soortnamen beschikbaar van (een) andere auteur(s), dan komt de oudst gekende naam daarvan het eerst in aanmerking.
In taxonomische literatuur wordt vaak de naam van de beschrijvend auteur, met het jaartal van publicatie achter de naam gezet: Agapornis fischeri Reichenow 1887. Is de soort wel door die auteur beschreven maar is hij sindsdien naar een ander geslacht verhuisd, dan komt de naam van de auteur tussen haakjes te staan zoals bv bij Agapornis canus. Gmelin beschreef deze soort in 1788 als Psittacus canus. Later toen John Selby in 1836 voor agaporniden een apart geslacht met de naam Agapornis introduceerde werd het Agapornis canus (Gmelin,1788) en werd de naam van Gmelin tussen haakjes geplaatst [4, p. 17].
Drie kleine regels van Strickland hadden toch heel wat impact hadden en kort daarop volgden verschillende internationale congressen elkaar op. In 1889 werd in Parijs het eerste ‘International Congress of Zoology’ georganiseerd. Daar werd de basis gelegd van wat later ‘The International Commission on Zoological Nomenclature’ (ICZN) zou worden. Deze commissie is nu nog steeds actief.
In 1892, tijdens het tweede ‘International Congress of Zoology’, welk plaats vond in Moskou, werd beslist om de tiende uitgave van ‘Systema Naturae’, geschreven door de Zweedse geleerde Carl van Linné, en de bijhorende binominale nomenclatuur te erkennen als de basis voor de ‘Zoological nomenclature’ en dus ook als basis van de taxonomie [5].
Carolus Linnaeus
Carl van Linné of Carolus Linnaeus (1707-1778) zoals wij hem ook noemen, studeerde geneeskunde en promoveerde in 1735 aan de toenmalige Universiteit van Harderwijk (Nederland) in de geneeskunde op het proefschrift Hypothesis nova de febrium intermittentium causa. Daarna ging hij als wetenschapper aan de slag in Leiden. Hetzelfde jaar publiceerde hij de eerste uitgave van Systema Naturae waarin hij de natuur in drie rijken verdeelde (stenen-, planten- en dierenrijk).
In zijn tiende uitgave van deze Systema Naturae per Regna Tria Naturae, Secundum Classes, Ordines, Genera, Species, Cum Characteribus, Differentiis, Synonymis, Locis (vertaald: het systeem van de natuur door de drie rijken van de natuur, volgens de Classes, Ordes, Geslachten, Soorten, met kenmerken, verschillen, synonymen en plaatsen) uit 1758 was hij de eerste die de binominale methode van naamgeving gebruikte voor levende organismen. Elke soort werd in dat boek door hem omschreven met een geslachtsnaam en een soortnaam. Het is dus de 10e oplage van zijn werk Systema Naturae (‘systeem van de natuur’) uit 1758 dat nu nog als basis dient voor de huidige indeling.
De algemene indeling van het dierenrijk volgens Linnaeus was als volgt: vier klassen met rood bloed (de eerste vier) en twee klassen met wit bloed (de laatste twee):
Klasse I: zoogdieren (Mammalia)
Klasse II: vogels (Aves)
Klasse III: amfibieën (Amphibia)
Klasse IV: vissen (Pisces)
Klasse V: insecten (Insecta of Hexapoda)
Klasse VI: wormen (Vermes)
Bij vogels [Aves] had Linnaeus ook een onderverdeling voor papegaaiachtige die hij Psittacus noemde. Psittacus is een afgeleide van het Griekse psittacos wat papegaai betekent. Alle parkieten of papegaaien werden toen door hem onder het genus Psittacus geplaatst. Later zouden anderen deze groep opsplitsen want met de exploitatie van o.a. Australië en Afrika kwamen er heel wat nieuwe soorten tevoorschijn.
Leuk detail, uitgerekend in de tiende uitgave van ‘’Systema Naturae vinden we de eerste beschrijvingen en classificatie van Agapornis pullarius. Linnaeus had deze vogels, zoals reeds gemeld ingedeeld bij de het genus Psittacus.
Door deze beslissing van International Congress of Zoology’ betekende het dat alle soortnamen van voor 1758 kwamen te vervallen, idem aan soortnamen van na 1758 soortnamen die niet aan de gestelde eisen (genusnaam en soortnaam) voldeden. Vanaf toen waren er duidelijke richtlijnen en kon men eindelijk schoon schip maken.
Sindsdien is het nog steeds zo dat ‘The International Commission on Zoological Nomenclature’ (ICZN) wereldwijd als adviseur optreedt en toeziet op het correct gebruik van wetenschappelijke namen voor organismen. Deze organisatie is gehuisvest in Londen en bestaat momenteel uit 28 leden (voornamelijk taxonomisten) uit 20 verschillende landen. Hun richtlijnen worden gepubliceerd in ‘The International Code of Zoological Nomenclature’ [6].
Tot op heden zijn er al vier congressen geweest, het laatst dateert van voor de eeuwwisseling. De afspraken welke daar toen gemaakt zijn tijdens deze vierde editie gingen op 1 januari 2000 in werking. Ondertussen wordt al stap voor stap de basis gelegd voor de ‘5th edition of the International Code of Zoological Nomenclature (Code)’ welke er binnen enkele jaren zeker zal aankomen [7].
Deze afspraken moeten er steeds blijven voor zorgen dat we elkaar blijven begrijpen. Het is dan ook van het grootste belang dat deze regels, zelfs in onze hobby, door iedereen gerespecteerd worden.
De laatste jaren kunnen we op de hulp van DNA-onderzoek rekenen om familiebanden te bepalen bij de soorten. Voor sommige vogelsoorten heeft dat al veel veranderingen teweeggebracht. Bij agaporniden ziet het er niet direct naar uit dat er direct grote veranderingen op stapel staan, maar zoals steeds in de wetenschap is niets 100% zeker. Of zoals de Griekse filosoof Heraclitus al zei: ‘verandering is de enige constante in het leven’.
Dirk
Geraadpleegde literatuur:
[1] E. Stresemann, H. J. Epstein, C. Epstein, en G. W. Cottrell, Ornithology, from Aristotle to the Present. Harvard University Press, 1975.
[2] Strickland, Strickland Code of Zoological Nomenclature. 1840.
[3] H. E. Strickland en B. A. for the A. of Science, Rules for zoological nomenclature. J. Murray, 1878.
[4] D. Van den Abeele, Agaporniden, handboek en naslaggids – deel 1, 2013de ed., vol. 1, 2 vols. Over dieren, 2013.
[5] B. Dayrat, “17 Celebrating 250 Dynamic Years of Nomenclatural Debates”, Syst. Naturae 250 Linnaean Ark, p. 185, 2009.
[6] W. D. . Ride, International code of zoological nomenclature. International Trust for Zoological Nomenclatu History Museum, 1999.
[7] “5th edition Wiki | International Commission on Zoological Nomenclature”. [Online]. Beschikbaar op: http://iczn.org/content/5th-edition-wiki. [Geraadpleegd: 31-mrt-2016].