Genus Neophema, een taxonomisch overzicht

Genus Neophema, een taxonomisch overzicht

Door Dirk Van den Abeele
Ornitho-Genetics VZW
MUTAVI, Research & Advice Group

We merken de laatste jaren dat de leden van het geslacht Neophema terug meer en meer aanwezig zijn in avicultuur. Het feit dat er al diverse kleurmutaties ontstaan zijn bij deze sommige van deze soorten heeft zeker bijgedragen aan hun populariteit.

Deze Australische parkieten worden in het Engelse meestal “grass parrots,” “grass parakeets,” of “grasskeets” genoemd. De reden waarom is eenvoudig: deze vogels foerageren hoofdzakelijk op de grond tussen het gras waar ze zich te goed doen aan de aanwezige zaden. Volgens sommige onderzoekers zou dat hun enige voedingsbron zijn [1]–[3]. In het Nederlands hebben de liefhebbers het gewoon over Neophema’s. De reden waarom we voor deze soort geen Nederlandse vertaling gebruikt hebben van de Engelse term “grass parrots” (zoals meestal gebeurde) is waarschijnlijk omdat we de term grasparkiet al gebruiken voor de Australische Melopsittacus undulatus. Deze soort wordt in de Engelse taal aangegeven als budgerigar of budgie.

Neophema zijn in de wildbaan ongeveer 20 – 25 cm groot en hebben een mix van geel, groen, blauw en rode kleuren. Er zijn zes soorten en met de ondersoorten erbij komen we aan acht [4]. Vier soorten hebben een blauwe voorhoofdsband en geen duidelijk onderscheid tussen beide seksen, twee soorten hebben een compleet blauw masker en een duidelijk onderscheid tussen beide seksen. In de wildbaan leven ze in het zuiden van Australië en Tasmanië [5], [6].

Ontdekking Neophema
De ontdekking van deze soorten loopt min of meer gelijk aan de ontdekking van het binnenland van Australië. Met meer dan 7.692.000 km² is Australië maar liefst 252 keer groter dan België met zijn oppervlakte van 30.528 km² en 184 keer groter dan Nederland (41.543 km²).
Australië ontstond geologisch als deel van Gondwana. Gondwana, was een ‘supercontinent’ dat zo’n 160 miljoen jaar geleden nog bestond uit Australië, Antarctica, Zuid-Amerika, Afrika en Indië. Vanaf dan duurde het nog zo’n 100 miljoen jaar vooraleer Australië als apart eiland tussen de Indische en Atlantische oceaan kwam te liggen [7]. Deze afzondering heeft ervoor gezorgd dat er zich heel wat unieke soorten ontwikkeld hebben. Waaronder ook deze Neophema.

Toen de Nederlandse kapitein Willem Janszoon (1570 – +/- 1630) in 1606 als eerste ontdekkingsreiziger voet aan wal zette in Australië bleek hij echter weinig interesse te hebben in dit uitgestrekt land want, na een paar dagen, zette hij zijn tocht al verder richting Java [8]. Hij wordt algemeen gezien als de eerste Europeaan welke voet zette op Australische bodem [9] [10]. Toch zijn er wetenschappers die denken bewijzen te hebben dat het niet de Nederlanders waren maar wel de Portugezen die in 1520 als eerste landen in Australië [11]. De daaropvolgende decennia kwamen nog tal van andere schepen langs met Fransen, Nederlanders en Britten, maar het land, dat toen ‘Nieuw Holland’ genoemd werd, sprak niemand aan. Het duurde nog tot 1770 toen de Engelsman James Cook (1717 – 1779) het land koloniseerde voor Engeland [12]. Toen trokken de eerste ontdekkingsreizigers het binnenland van Australië in. De eerste neophemasoort welke in 1790, twintig jaar na de kolonisatie van Australië door James Cook, officieel beschreven werd is Neophema chrysogaster.

Het genus Neophema
Het was de Italiaanse ornitholoog / bioloog Tommaso Salvadori (1835 – 1923) welke in de ‘Catalogue of Birds in The British Museum’ uit 1891 voor het eerst deze vogels onder de aparte geslachtsnaam Neophema klasseerde en daarmee deze soorten ook hun officiële wetenschappelijke naam gaf. Neophema komt van het Griekse neos, wat zoveel als ‘nieuw, verschillend’ betekent [13, p. 268] en pheme wat zoveel als ‘boodschap, verschijning’ betekent.

Hij plaatste toen in dat geslacht Neophema bourkei, Neophema venusta, Neophema elegans, Neophema chrysogastra, Neophema petrophila, Neophema pulchella en Neophema splendida.
Salvadori gebruikte toen reeds de taxonomische indeling welke bepaald was in de Strickland’s code en de afspraken vastgelegd in 1889 in Parijs tijdens het eerste ‘International Congress of Zoology’. Tijdens dit congres werd de basis gelegd van wat later ‘The International Commission on Zoological Nomenclature’ (ICZN) zou worden. [14], [15]. Dhr. Strickland. Hugh Strickland (1811 – 1853) was een Engelse wetenschapper welke, samen met The British Association for the advancement of Science, – nieuwe en de toen reeds bestaande – regels en afspraken over taxonomie op papier zette. Deze Strickland’s rules of Strickland’s code worden vandaag ook de prioriteitsregels in taxonomie genoemd.

Hij gebruikte ook correct de binominale nomenclatuur voor de namen van de soorten (een geslachtsnaam en een soortnaam) welke door de Zweedse geleerde Carl van Linné (1707-1778) of Carolus Linnaeus, zoals de meeste hem kennen, in de 10e oplage van zijn werk Systema Naturae uit 1758 werd voorgesteld [16]. Trouwens, een jaar later, in 1892, werd tijdens het tweede ‘International Congress of Zoology’, welk plaats vond in Moskou, beslist om de tiende uitgave van ‘Systema Naturae’, geschreven door Carl van Linné, en de bijhorende binominale nomenclatuur te erkennen als de basis voor de ‘Zoological nomenclature’ en dus ook als basis van de taxonomie [17], [18].

Later werd deze lijst aangepast en de huidige indeling van het genus Neophema heeft vandaag de dag volgende indeling die door de meeste taxonomisten aangehouden wordt:

Neophema elegans (Gould) 1837 – (elegantparkiet)
Neophema elegans carteri (Mathews) 1912
Neophema elegans elegans (Gould) 1837
Neophema chrysostoma (Kuhl) 1820 – (blauwvleugelparkiet)
Neophema petrophila (Gould) 1841 – (rotsparkiet)
Neophema petrophila petrophila (Gould) 1841
Neophema petrophila zietzi (Mathews) 1912
Neophema chrysogaster (Latham) 1790 – (oranjebuikparkiet)
Neophema pulchella (Shaw) 1792 – (turquoisineparkiet)
Neophema splendida (Gould) 1841 – (splendidparkiet)

Zoals u kan zien wordt de naam van het genus (geslacht, in dit geval Neophema) met een hoofdletter geschreven, de naam van de soort of eventuele ondersoort niet. Ik weet dat er verhaaltjes gaan dat als de soortnaam of de naam van de ondersoort afkomstig is van een eigennaam dat dit een hoofdletter moet zijn, maar dat klopt niet. Deze wetenschappelijke namen worden bij geslacht, ondergeslacht, soort en ondersoort altijd cursief (italics) geschreven of indien cursief niet mogelijk is, worden ze onderlijnt. En om deze info compleet te maken: van wetenschappelijke namen is er geen meervoud vb: één Neophema elegans, twee Neophema elegans en er moet in principe geen lidwoord gebruikt worden bij deze wetenschappelijke namen.

Verwantschap en ondergeslachten bij het genus Neophema.
Na verloop van tijd was er natuurlijk wat discussie over de verdere verwantschapsverhoudingen van de Neophemasoorten. Het eerste voorstel hieromtrent was van Gregory Mathews uit 1912. Gregory Macalister Mathews (1876 – 1949) was een Australische amateur ornitholoog. Hij had al heel wat fortuin vergaard toen hij rond 1900 naar Engeland verhuisde. Hij werd voorzitter van de BOC (British Ornithologists’ Club) van 1935 tot 1938 en een jaar later kreeg hij de titel van Commander of The British Empire voor zijn verdiensten in ornithologie. Hij werd in 1939 lid van ‘The Royal Australasian Ornithologists Union’ en was voorzitter van 1946 tot 1947.

Tijdens deze periode schreef hij heel wat boeken en artikelen over de indeling van de soorten. In een van deze publicaties (1912 – The Reference List of the Birds of Australia) stelde hij voor alle leden van het geslacht Neophema onder te brengen in het geslacht Psephotus en deze onder te verdelen in vijf ondergeslachten:

Psephotus voor de soorten haematonotus (roodrugparkiet), varius (regenboogparkiet), pulcherrimus (paradijsparkiet) en chrysopterygius (geelschouderparkiet)
Northiella voor haematogasteri (roodbuikparkiet)
Neopsephotus voor bourkii (bourkeparkiet)
Neophema voor pulchella en splendida
Neonanodes voor de chrysogaster-groep (chrysogaster, chrysostoma, elegans en petrophila).

Vandaag de dag weten we dat de samenvatting met de Psephotus-Northiella-groep niet juist was (het geslacht Neophema is veel ouder dan deze). Maar de opsplitsing in een eigen geslacht Neopsephotus (Neopsephotus bourkii ) blijkt nu correct te zijn, net als de geslachtsnaam Neophema (geslachtsnaam en tegelijk ondergeslacht voor pulchella en splendida) en Neonanodes (ondergeslacht voor de chrysogaster-groep).

Van deze drie groepen is evolutionair gezien Neopsephotus bourkii de fylogenetisch oudste soort (valt ook niet de kruisen met overige Neophema) en zijn Neophema pulchella en Neophema splendida de jongste soorten. Samen met de soorten van het geslacht Pezoporus (grondparkieten) vormen deze twee geslachten de oudste groep van alle Australische parkieten. [21]

Even samengevat resulteert dat voor Neophema in de volgende lijst met ondergeslachten:

Neophema (Neonanodes) elegans (Gould, 1837)
Neophema (Neonanodes) elegans elegans (Gould, 1837)
Neophema (Neonanodes) elegans carteri (Mathews, 1912)

Neophema (Neonanodes) chrysostoma (Kuhl, 1820)

Neophema (Neonanodes) petrophila (Gould, 1841)
Neophema (Neonanodes) petrophila petrophila (Gould, 1841)
Neophema (Neonanodes) petrophila zietzi (Mathews) 1912

Neophema (Neonanodes) chrysogaster (Latham, 1790)

Neophema (Neophema) pulchella (Shaw, 1792)

Neophema (Neophema) splendida (Gould, 1841)

Bij het ondergeslacht Neonanodes hebben de vogels groene, gele en blauwe veren. Het ondergeslacht Neophema heeft ook rode veervelden. — besef dat dit wel de huidige inzichten zijn anno 2018 zijn en dat in taxonomie, zaken af en toe bijgestuurd dien te worden —

Volgens afspraak wordt de naam van een ondergeslacht (subgenus) tussen haakjes () en tussen de naam van het genus en de soort geplaatst. Uiteraard worden deze ook in schuinschrift geplaatst en net als de naam van het genus met een hoofdletter geschreven.

Zoals u bemerkt zult hebben werd de naam Neophema venusta van de originele lijst van Tommaso Salvadori hernoemd naar Neophema chrysostoma: Dit was nodig omdat de naam venustus voor de brownrosella (nu Platycercus venustus) gebruikt werd en de naam daarom niet meer beschikbaar was voor Neophema chrysostoma (blauwvleugelparkiet). Daarnaast werd Neophema bourkei van Salvadori’s lijst geschrapt en in een apart geslacht Neopsephotus geplaatst. Dat was in 1991 door genetisch onderzoek van Leslie Christidis wetenschappelijk onderbouwd [19]. En werd in 1998 door Miyaki nog eens bevestigd [20]. Het was ook onder liefhebbers al langer bekend dat de bourkeparkiet niet met de andere neophemasoorten kan gekruist worden. Dat was al een indicatie dat we met verschillende soorten te maken hadden. Dit gegeven lijkt dan toch de inzichten van de wetenschappers vanuit de liefhebberij te bevestigen.

Door de verplaatsing van bourkei naar een ander genus werd ook het grammaticale geslacht van de soortnaam aangepast naar bourkii (Het grammaticale geslacht Neophema (a) is vrouwelijk, dat van Neopsephotus (us) is mannelijk).

Volgens deze nieuwe inzichten kunnen we het genus Neophema binnen de papegaaien dan plaatsen onder:
Orde: Psittaciformes
Familie: Psittacidae
Sub familie: Platycercinae
Tak: Pezoporini
Genus: Neophema

Desondanks het feit dat de wetenschappers er allemaal van overtuigd zijn dat Neophema en Neopsephotus twee aparte geslachten zijn wordt Neopsephotus bourkii door de meeste aviculturisten vaak nog in één adem met de leden van het geslacht Neophema genoemd. Waarschijnlijk heeft een en ander te maken met het feit dat ze qua postuur veel op Neophema lijken. En zo te zien zijn oude gewoonten in avicultuur, zelfs anno 2018, nog steeds moeilijk te veranderen.

Neophema in avicultuur
De eerste berichten over Neophema in avicultuur dateren uit 1861. Volgens deze berichten zouden dan de eerste Neophema pulchella gefokt zijn in de Antwerpse zoo [6]. We kunnen met zekerheid stellen dat alle soorten hoogstwaarschijnlijk ooit eens ingevoerd zijn in Europa. Sommige soorten werden voor een paar centen aan de man gebracht waardoor er eigenlijk geen echte uitdaging was om er mee te fokken. Dat alles veranderde in 1960, toen Australië de export van inheemse vogels verbood. Toen werd het hoofdzaak om alle soorten in avicultuur te behouden en dat lukte niet. Van de zes soorten binnen het genus zijn Neophema petrophila en Neophema chrysogaster niet (meer) aanwezig in avicultuur in Europa.

Het fokken met de aanwezige soorten lijkt heel goed te lukken. Neophema zijn dan ook in heel wat collecties aanwezig en heel wat liefhebbers zijn passioneel met deze soorten bezig. Dat ze goed werk leveren bewijst het feit dat volgens onderzoekers sommige Neophema in avicultuur tot 21 jaar oud geworden zijn [23].

Met dank aan Heinz Schnitker voor het proeflezen en zijn zeer gewaardeerde suggesties.

Geraadpleegde literatuur:
[1] H. Jarman, “The Scarlet-chested Parrot Neophema splendida”, Aust. Field Ornithol., vol. 3, nr. 4, 1968.
[2] H. Jarman, “The Orange-breasted Parrot (Neophema chrysogaster)”, Aust. Field Ornithol., vol. 2, nr. 6, 1965.
[3] H. Jarmam, “The Turquoise Parrot”, Aust. Field Ornithol., vol. 4, nr. 8, 1973.
[4] F. Gill en D. Donsker, IOC World Bird List (v. 6.2) doi?: 10.14344/IOC.ML.6.2. 2016.
[5] J. M. Forshaw en F. Knight, Parrots of the world: an identification guide. Princeton University Press, 2006.
[6] K. Immelmann en D. Vogels, Die australischen Plattschweifsittiche. A. Ziemsen, 1964.
[7] M. E. White, After the greening: the browning of Australia. Kangaroo Press Kenhurst, New South Wales, Australia, 1994.
[8] J. E. Heeres en K. N. A. Genootschap, The part borne by the Dutch in the discovery of Australia 1606-1765. Luzac London, 1899.
[9] G. Collingridge, The Discovery of Australia: A Critical, Documentary and Historic Investigation Concerning the Priority of Discovery in Australasia by Europeans Before the Arrival of Lieut. James Cook, in the“ Endeavour”, in the Year 1770… Hayes brothers, 1895.
[10] E. Scott, A short history of Australia. H. Milford, 1918.
[11] K. G. McIntyre, The secret discovery of Australia: Portuguese ventures 200 years before Captain Cook. Medindie; London: Souvenir Press, 1977.
[12] J. Cook, The Journals of Captain James Cook on His Voyages of Discovery: The voyage of the Resolution and Discovery, 1776-1780. Pt. 1-2. published for the Hakluyt Society at the University Press, 1967.
[13] J. A. Joblin, Helm Dictionary of Scientific Bird Names. London: Christopher Helm, 2010.
[14] Strickland, Strickland Code of Zoological Nomenclature. 1840.
[15] H. E. Strickland en B. A. for the A. of Science, Rules for zoological nomenclature. J. Murray, 1878.
[16] E. Stresemann, H. J. Epstein, C. Epstein, en G. W. Cottrell, Ornithology, from Aristotle to the Present. Harvard University Press, 1975.
[17] B. Dayrat, “17 Celebrating 250 Dynamic Years of Nomenclatural Debates”, Syst. Naturae 250 Linnaean Ark, p. 185, 2009.
[18] D. Van den Abeele, Agaporniden, handboek en naslaggids – deel 1, 2013de ed., vol. 1, 2 vols. Over dieren, 2013.
[19] L. Christidis, R. Schodde, D. D. Shaw, en S. F. Maynes, “Relationships among the Australo-Papuan Parrots, Lorikeets, and Cockatoos (Aves: Psittaciformes): Protein Evidence”, The Condor, vol. 93, nr. 2, pp. 302–317, 1991.
[20] C. Y. Miyaki, S. R. Matioli, T. Burke, en A. Wajntal, “Parrot evolution and paleogeographical events: mitochondrial DNA evidence”, Mol. Biol. Evol., vol. 15, nr. 5, pp. 544–551, 1998.
[21] L. Joseph, A. Toon, E. E. Schirtzinger, T. F. Wright, en R. Schodde, “A revised nomenclature and classification for family-group taxa of parrots (Psittaciformes)”, Zootaxa, vol. 3205, nr. 2, 2012.
[22] “Rural Industries Research and Development Corporation”. [Online]. Beschikbaar op: http://www.rirdc.gov.au/publications. [Geraadpleegd: 17-mei-2016].
[23] K. Brouwer, M. L. Jones, C. E. King, en H. Schifter, “Longevity records for Psittaciformes in captivity”, Int. Zoo Yearb., vol. 37, nr. 1, pp. 299–316, 2000.