Genus Forpus, een taxonomisch overzicht – deel 6
Forpus conspicillatus (Lafresnaye) 1848
Door Dirk Van den Abeele
Ornitho-genetics vzw
MUTAVI, Research & Advice Group
Gepubliceerd in 2015
Forpus conspicillatus vinden we in het noordwesten van Zuid-Amerika verspreidt over delen van Colombia, Panama en Venezuela. Ondanks het vrij grote verspreidingsgebied dat toch meer dan 320.000 km² bedraagt (“www.birdlife.org,” 2014) is er van hun broedgedrag in de wildbaan vrij weinig geweten. Er werd wel onderzoek gedaan naar de manier waarop ze met elkaar communiceren (Garnetzke-Stollmann and Franck, 1991; Wanker, 1999; Wanker et al., 2005, 1998, 1996; Wanker and Fischer, 2001) en of ze de mogelijkheid hebben om voedsel welke aan een touw werd opgehangen binnen te halen (Krasheninnikova and Wanker, 2010) maar al deze onderzoeken werden uitgevoerd met vogels in avicultuur en leren ons dus niets over hun broedgedrag in de wildbaan.
We vinden Forpus conspicillatus zowel terug in graslanden, tropische savannes en wouden. We kunnen dus wellicht ook van de veronderstelling uitgaan dat deze vogels net als alle andere Fopussoorten gebruik maken van nestholtes in bomen. Er zijn gelukkig ook geen indicaties dat deze soort in het wild bedreigt is.
Beschrijving Forpus conspicillatus
Forpus conspicillatus is ongeveer 12 – 13 cm groot (Del Hoyo et al., 1997; Forshaw and Cooper, 1973; Juniper and Parr, 1998). Ze zijn overwegend groen en de mannen hebben een blauwe ring rond het oog. Bij de poppen is deze vervangen door een smaragdgroene ring rond het oog. Bij de mannen is er een grijze waas waar te nemen op het lichaam. De onderrug is blauw.
De poppen zijn overwegend groen met gele waas over het lichaam en missen zoals de meeste poppen bij Forpussoorten de blauwe veervelden.
Deze kleuren kunnen wat variëren naargelang de ondersoort waar de vogels toe behoren.
Van deze soort zijn er drie ondersoorten gekend:
Forpus conspicillatus conspicillatus (Lafresnaye) 1848: nominaatvorm oogringdwergpapegaai
Forpus conspicillatus caucae (Chapman) 1915: Cauca dwergpapegaai
Forpus conspicillatus metae Borrero & Hernandez 1961: Meta dwergpapegaai
Een overzicht van de ondersoorten:
Nominaatvorm: Forpus conspicillatus conspicillatus (Lafresnaye) 1848
Oogringdwergpapegaai
Deze Forpus conspicillatus conspicillatus werd gelijktijdig met Forpus passerinus viridissimus beschreven door Frédéric Armand André de Lafresnaye (1783-1861) in de elfde editie van ‘Revue Zoologique, par la Societé Cuvierienne…Journal mensuel publié sous la direction de M. F. E. Guérin-Ménéville‘.
Lafresnaye noemde deze soort Psittacula conspicillata (Psittacule à lunettes). De beschrijving gebeurde, zoals het destijds veelal gebruikelijk was, in het Latijn, maar Lafresnaye voegde er ook nog een Franse vertaling aan toe.
Ik geef hier een vrije vertaling:
“Deze kleine soort onderscheidt zich gemakkelijk van ‘de passerina’ door haar meer donkere groene tint, bijna smaragdgroen op het voorhoofd en wangen zonder enige geelachtig groene schijn. Eveneens door de cirkel van blauwe veren rond de ogen. De bek en de poten lijken wit, of ten minste zeer lichtgeel. De vogel is ook een beetje kleiner dan de passerina” (Cuvierienne, 1848, p. 172).
Hij vermeldde ook dat deze soort aangetroffen werd in Colombia. Toen Boie tien jaar later het genus Forpus determineerde werd het Forpus conspicillatus conspicillatus. Conspicillatus betekent zoveel als ‘met opvallende markeringen aan het oog’.
Beschrijving nominaatvorm:
De mannen zijn overwegend groen, het masker is een tint donkerder. Rond het oog is een blauwe ring van veren welke achter het oog op een punt samenkomt. Het achterhoofd en nek heeft een grijze waas. De rest van het lichaam heeft een lichtgrijze waas. De onderrug, stuit en primaire vleugeldekveren zijn donkerblauw/violetachtig. Vleugelbocht en ondervleugeldekveren zijn donkerblauw. Ogen zijn tweekleurig, bruine iris en zwarte pupil. Poten vleeskleurig en nagels hoornkleurig.
Poppen missen de blauwe en violette veervelden. Rond het oog hebben ze een smaragdgroene ring. Lichaam is groen met gele waas. Kleur ogen, poten en nagels identiek als bij mannen.
Deze Forpus conspicillatus conspicillatus vinden we hoofdzakelijk terug in het oosten van Panama en noord en west Colombia.
Forpus conspicillatus caucae (Chapman) 1915
Cauca dwergpapegaai
Het was de Amerikaan Frank Michler Chapman (1864-1945) die in 1915 als eerste Forpus conspicillatus caucae onder de naam Psittacula conspicillata caucae – subsp. Nov. – (nieuwe ondersoort) beschreef in de 34ste editie van Bulletin of the American Museum of Natural History.
Chapman was in 1908 als curator aangesteld op de afdeling vogels van het American Museum of Natural History. In deze hoedanigheid beschreef bij diverse nieuwe soorten.
Hij vermeldde volgende aan het begin van zijn hoofdstuk Descriptions of proposed new birds from Central and South America : ‘Dit document is in feite de vierde voorlopige publicatie over de collecties die het American Museum in de afgelopen jaren heeft ontvangen uit Colombia. De identificatie van dit materiaal leidde in sommige gevallen tot de ontdekking van ogenschijnlijk onbeschreven soorten…’.
Met andere woorden, hij is nooit in het gebied geweest en heeft de vogels beschreven aan de hand van de beschikbare balgen in de collectie.
Ik geef hier een vrije vertaling van zijn beschrijving:
Psittacula conspicillata caucae subsp. nov.
Lijkt op P. c. conspicillata van Lafresnaye uit de Bogota regio, maar is groter. De vleugels en de staart zijn wat langer. De bek is gemiddeld zwaarder. De blauwe veren van de stuit, boven- en ondervleugeldekveren zijn duidelijk meer blauw en minder paars of blauw-violet.
Ze zijn afkomstig uit de tropische zone in de Cauca vallei en westwaarts over de San Antonio Pass naar de dorre stroomgebied van de bovenste Dagua Valley.
Type-exemplaar nummer: 107.754 , American Museum of Natural History. Cali ( 3500 ft ), Cauca Vallei, Colombia, 21 december 1910 ; W. B. Richardson .
Toelichting – . Deze vorm is gebaseerd op een reeks van twaalf mannen en drie poppen uit de regio Cauca, die caucae zijn. Ze werden vergeleken met elf mannen en zes poppen, uit de Magdalena vallei en Buena Vista, welke conspicillata zijn. De extreemste kleuren worden gevonden bij drie drie mannen van Caldas…….
Daarbij geeft hij ook aan dat hij veronderstelt dat de vogel die Lafresnaye als Psittacula conspicillata beschreef waarschijnlijk afkomstig was uit de Bogota regio en hij stelde daarom voor de streek Honda aan de bovenste Magdalena rivier, aan de voet van het pad naar Bogota, als een geschikt type lokaliteit voor Psittacula conspicillata conspicillata te benoemen.
De twaalf vogels welke hij gebruikte voor zijn beschrijving van Psittacula conspicillata caucae kwamen uit de regio van Caldas, San Antonio, Calin Palnira en Rio Frio.
Het mag u nu duidelijk zijn dat hij deze soort vernoemde naar de Cauca vallei waar deze vogels voorkomen. We vinden vandaag de dag deze vogels hoofdzakelijk ten westen van het Andesgebergte in het zuidwesten van Colombia tot aan de grens van Ecuador.
Opvallende bij de mannen bij deze ondersoort is wel het feit dat we bij hen de volledig gesloten blauwe ring rond het oog, zoals bij Forpus conspicillatus conspicillatus niet aantreffen. Bij Forpus conspicillatus caucae is er enkel een blauwe lijn boven en achter het oog. Ook is het blauw opvallend lichter dan bij conspicillatus en zijn de vogels wat groter. Van de poppen werd geen beschrijving gemaakt en dat komt waarschijnlijk omdat deze heel weinig verschillen vertonen met de poppen van Forpus conspicillatus conspicillatus. Opvallend verschil is dat ze enkel boven en achter het oog een smaragdgroene lijn hebben. En misschien mag gesteld worden dat ze iets lichter groen gekleurd zijn dan de nominaatvorm.
Forpus conspicillatus metae Borrero & Hernandez 1961
Metae dwergpapegaai
Tot nu toe is dat de laatst beschreven Forpussoort. Het was (pas) in 1961 dat José Borrero en Jorge Ignacio Hernández-Camacho Forpus conspicillatus metae beschreven in Novedades colombianas. Dit wetenschappelijk blad wordt uitgegeven door het ‘Museo de Historia Natural de la Universidad del Cauca’.
Dat deze auteurs de soort meteen in het juiste genus beschreven kan je merken aan de naam van deze soort: Forpus conspicillatus metae Borrero & Hernandez 1961. De namen van de auteurs staan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Forpus conspicillatus caucae (Chapman) 1915, niet tussen haakjes. Chapman beschreef F.c.caucae als Psittacula conspicillata caucae en deze ondersoort moest bijgevolg in een ander genus geplaatst worden. Vandaar dat hun naam tussen haakjes staat. Bij deze Forpus conspicillatus metae was dat niet nodig aangezien beide auteurs deze ondersoort meteen in het juiste genus plaatsten.
De beschrijving gebeurde in het Portugees en was gebaseerd op de aanwezige balgen in het museum. Het werd een lijvig rapport waarin alle ondersoorten met elkaar werden vergeleken. Op deze manier toonden de auteurs aan dat de vogels die in het oosten van het verspreidingsgebied (Centraal Colombia, ten oosten van het Andesgebergte tot het westen van Venezuela) van deze soort voorkomen wel degelijk van de twee overige ondersoorten verschillen. Want aan de ene kant zijn ze net zo groot als de nominaatvorm (en dus kleiner dan F.c.caucae), maar aan de andere kant hebben ze net als de caucae slechts een blauwe lijn boven en achter het oog en missen dus de gesloten oogring van de nominaatvorm. Dit geldt net zo als bij de caucae ook voor de poppen die misschien ook iets lichter groen gekleurd zijn dan de nominaatvorm. – Benoemd werden deze vogels als Forpus conspicillatus metae naar de Rio Meta. Deze ontspringt in het departement Meta in Centraal Colombia en vloeit samen met de Orinoco rivier in de buurt van Puerto Carreño aan de grens met Venezuela. Daarmee loopt deze rivier door een groot deel van het habitat van deze ondersoort.
Forpus conspicillatus in avicultuur
Deze soort is aanwezig in avicultuur maar over de aanwezige ondersoorten lopen de meningen grondig uiteen. Toch zien we alleen maar vogels van de nominaatvorm.
Als we de bronnen bij CITES er op naslaan dan zien we dat volgens hun gegevens er zeer vermoedelijk conspicillatus geïmporteerd werden, aangezien er al in 1986 export van nakweek was vanuit de EU. In de jaren 90 zijn er wel enkele exemplaren vanuit Brazilië (eenmaal 4 stuks en eenmaal 6 stuks) naar België geëxporteerd. Uiteraard belet niets dat deze vogels ook nog via andere wegen zijn ingevoerd.
Geraadpleegde literatuur:
Cuvierienne, S., 1848. Revue zoologique. Revue zoologique.
Del Hoyo, J., Elliott, A., Sargatal, J., Cabot, J., 1997. Handbook of the birds of the world.
Forshaw, J.M., Cooper, W.T., 1973. Parrots of the world. Lansdowne.
Garnetzke-Stollmann, K., Franck, D., 1991. Socialisation tactics of the spectacled parrotlet (Forpus conspicillatus). Behaviour 1–29.
Juniper, T., Parr, M., 1998. Parrots: A Guide to Parrots of the World. Yale University Press.
Krasheninnikova, A., Wanker, R., 2010. String-pulling in spectacled parrotlets (Forpus conspicillatus). Behaviour 147, 5–6.
Wanker, R., 1999. Socialization in spectacled parrotlets (Forpus conspicillatus): how juveniles compensate for the lack of siblings. Acta Ethologica 2, 23–28.
Wanker, R., Apcin, J., Jennerjahn, B., Waibel, B., 1998. Discrimination of different social companions in spectacled parrotlets (Forpus conspicillatus): evidence for individual vocal recognition. Behav. Ecol. Sociobiol. 43, 197–202.
Wanker, R., Bernate, L.C., Franck, D., 1996. Socialization of Spectacled ParrotletsForpus conspicillatus: the role of parents, crèches and sibling groups in nature. J. Für Ornithol. 137, 447–461.
Wanker, R., Fischer, J., 2001. Intra-and interindividual variation in the contact calls of spectacled parrotlets (Forpus conspicillatus). Behaviour 138, 709–726.
Wanker, R., Sugama, Y., Prinage, S., 2005. Vocal labelling of family members in spectacled parrotlets, Forpus conspicillatus. Anim. Behav. 70, 111–118.
www.birdlife.org [WWW Document], 2014. . Birdlife Int.