FAQ: er waren afgelopen week een aantal discussies op het internet over de kleur van het achterhoofd bij de groene – wildvorm – Agapornis fischeri. Sommigen roepen dat het zo donker mogelijk moet zijn, andere hebben het over bronsgroen. Vraag van verschillende liefhebbers: wat is het nu eigenlijk?
Om te beginnen eerst even aangeven dat ik het jammer vind dat anno 2016 deze simpele basiskenmerken van deze soort nog steeds voor discussies zorgt. Meer dan 30 jaar geleden hebben we zelf de veren van de pure wildvorm Agapornis fischeri kunnen bestuderen. Er werden heel wat balgen, in diverse wetenschappelijke collecties, en zelfs vogels uit de wildbaan in Tanzania onderzocht. Zo konden we vaststellen dat de kleur van het achterhoofd bij een PURE wildvorm Agapornis fischeri bestaat uit een mix van gele psittacine, zwart eumelanine en een heel beperkte hoeveelheid rode psittacine. Dit alles resulteert in een bronsgroenachtige kleur.
Door de loop der jaren kwamen samen met de transmutanten (genetische introgressie) bastaardfenotypes tevoorschijn met compleet rode koppen. In een poging om deze flater recht te zetten gaan sommigen nu de laatste jaren selecteren op (te) zwarte achterhoofden om het rood te camoufleren, wat dan uiteindelijk resulteert in eerder bruinachtige koppen (rode ondergrond en zwarte eumelanine). Bijgevolg worden opnieuw de nog aanwezige genen van Agapornis personatus vastgelegd in deze soort. Jammer want op die manier dreigen we immers een agapornidensoort compleet kwijt te raken in avicultuur.
We hebben er dan ook altijd voor gestreefd om deze wildvorm Agapornis fischeri te beschermen. Om die reden werd dit samen met ANBVV, AOB, BVA en KBOF duidelijk vastgelegd in onze standaardeisen:
- De kleur van het achterhoofd is omschreven als bronsgroen. Dat is visueel donkergele psittacine met donkere waas, zeker niet zwart op een rode achtergrond. De aanwezige gele psittacine overheerst hier. De kleur van het bronsgroene achterhoofd wordt iets lichter naar de nek toe.
Dat de vogels er zijn hoeft niet gezegd, we hebben tijdens de BVA Masters terug heel wat vogels kunnen bewonderen met deze bronsgroene achterhoofden. Dit alles wordt door heel wat internationale organisaties op applaus onthaalt, want dit is alvast de eerste stap in de goede richting om Agapornis fischeri te beschermen voor ons nageslacht, temeer nu deze vogels ook in de wildbaan bedreigd worden.
Als er nu opnieuw fokkers zijn die, duidelijk door het gebrek aan deze kennis, terug de amateuristische toer op willen gaan, niet verder kijkende dan hun eigen hok en deze afwijkende (bastaard-) vormen met ‘bruine achterhoofden’ willen promoten en/of voorstellen om deze te gaan waarderen tijdens shows, dan distantiëren wij ons daar volledig van en wensen daar zeker niet mee geassocieerd te worden.
Hopelijk beseffen deze mensen goed wat ze aan het uitrichten zijn, want geloof me vrij, er is vandaag de dag geen ruimte meer voor deze blunders.
Hoewel we goed beseffen dat het nog jaren zal duren eer we de gevolgen van deze flaters hebben opgelost en de wildvorm Agapornis fischeri terug op het goede spoor krijgen, gaan we toch vastberaden verder op de ingeslagen weg. We gaan deze uitdaging niet uit de weg en ik vertrouw er op dat elke onderlegde en zichzelf respecterende fokker dit zal bijtreden. Onze achterkleinkinderen zullen ons er dankbaar voor zijn!!
Als laatste zou ik ook graag verwijzen naar een post van enkele jaren geleden (lees deze hier). Toch iets om over na te denken.
Links: pure wildvorm – rechts laat ik aan uw oordeel over