De status van Agapornis fischeri in de wildbaan wordt sinds 2004 als ‘Near Threatened’ beschouwd of onrustwekkend en er is helaas nog geen beterschap in zicht. Dat betekent dat er zeker aandacht moet besteed worden aan hun bescherming. Eén en ander is nog het gevolg van de massale vogelvangst, met het oog op de export, die tot een goede vijftiental jaar geleden nog plaats vond. Gelukkig is dat nu verboden, doch deze maatregel heeft tot nu toe de schade die destijds werd aangebracht aan de populatie nog niet kunnen herstellen.
Ander probleem is dat, in Kenia, een populatie, van ongeveer een 30.000 vogels, aanwezig is van hybriden, duidelijke kruisingen met Agapornis personatus. Waarschijnlijk werden beide soorten daar samen vrijgelaten. Gezien de relatief korte afstand tussen het habitat van deze hybriden in Kenia en de populatie Agapornis fischeri in hun natuurlijk habitat (noord centraal Tanzania ten zuiden van het Victoriameer) is de kans niet onbestaande dat beide populaties ooit onderling gaan kruisen, met alle nadelige gevolgen voor de raszuivere vorm. Dus hoog tijd om de raszuivere Agapornis fischeri te gaan koesteren en beschermen
Hopelijk doet dit ook een belletje rinkelen in avicultuur en beseft men dat het meer dan tijd is om, ook in de hobbykwekerij, wat meer aandacht te besteden aan de raszuiver wildvorm Agapornis fischeri. Probleem hier is dat door een ondeskundig toepassen van de standaardeisen, men soms meer gaat selecteren op bastaardkenmerken, dan op de kenmerken van de raszuiver vogels. Denken we hier maar aan het zoveel mogelijk proberen wegfokken van de gele overgangszone tussen de oranjerode kleur van het masker en de groene lichaamskleur. Jammer want dat is eigenlijk een typisch kenmerk is van deze vogels in de wildbaan. Om deze compleet rode maskers te bekomen werd duchtig gebruik gemaakt van hybriden wat meteen ook zorgde voor een compleet rood achterhoofd. Een typisch hybride kenmerk dat door sommige bonden ‘als typisch’ voor de soort en een gevolg van een selectie op dat oranjerode masker beschouwd wordt. Een heel amateurisme benadering als je het mij vraagt, maar dan wel één met helaas grote gevolgen. Het wordt hoog tijd dat men dat inziet.
Het is misschien nog niet te laat, dus laat ons redden wat er nog te redden valt. Onze achterkleinkinderen zullen ons er dankbaar voor zijn.