Om even over na te denken: “Ze zeggen”..

Wekelijks krijgen we e-mails van liefhebbers met vooral vragen, maar ook suggesties en persoonlijke bedenkingen. Een waardevolle schat aan informatie over wat er zich in avicultuur afspeelt en waar de noden liggen. Helaas zijn er de laatste tijd heel wat e-mails bij van mensen die, ondanks het feit dat het een hobby is voor de meesten, zich toch druk maken over bepaalde zaken en dan staat er meestal vooraan in de mail: “Ze zeggen….”.
Het gaat dan over meningen onder liefhebbers, vooral via facebook en/of andere social media, waarbij bepaalde fokkers, hun vogels of organisaties bekritiseert of be-(ver)oordeeld worden. “Ze hebben gezegd dat mijn vogels niet goed zijn” is dan ook een veel gehoorde uitdrukking.
Tot mijn grote verbazing zijn er toch nog steeds mensen die zich daar mateloos aan ergeren. Iets wat eigenlijk voor niets nodig is.

Men moet beseffen dat iedereen binnen de hobby zo zijn eigen beweegredenen heeft. Voor de ene is vogeltjes houden een vorm van ontspanning en beperkt het zich tot daar.  Ze liggen zeker niet wakker van wedstrijden en verenigingen / vogelpolitiek. Laat staan dat ze zich in deze zaken zullen mengen. Ze kijken meestal toe vanop de zijlijn en genieten van hun hobby.
Weer anderen nemen af en toe eens deel aan een show en genieten vooral van de contacten met andere fokkers en de vogels in het algemeen. Deze mensen laten ook heel weinig van zich horen.
Dan zijn er de ‘diehards’ die volledig gaan voor tentoonstellingen en meestal alleen maar oog hebben voor wat in hun ogen een ‘kampioen’ is. Deze mensen zijn heel actief binnen lokale clubs omdat ze op deze manier hopen de ideale omstandigheden te kunnen creëren om hun vogels te showen en te laten beoordelen.  Ze zijn dag en nacht begaan met het fokken van een ‘kampioen’ en zijn  zodanig gepassioneerd dat ze graag een vakantie inruilen voor de verzorging van hun ‘kampioenen’. Van deze mensen kunnen we dan ook een sterke mening wat betreft vogels verwachten.
Een natuurliefhebber op zijn  beurt zal zich dan focussen op de vogels in de natuur en snapt dan ook de drijfveer niet achter avicultuur. Ook hier dreigen we een beperkte visie te zien.

Toch maken al deze mensen deel uit van onze hobby en is er voor elk wat wils. Dat is ook goed zo, want het is immers de bedoeling dat iedereen, vanuit zijn of haar perspectief, onze hobby en de passie voor vogels kan beleven. Elke groep heeft dan ook zeer zeker  zijn nut en kan perfect bijdragen tot de toekomst van de hobby.

Maar aangezien ieder zijn eigen benadering heeft, is het ook normaal dat men zijn eigen mening heeft. Het staat iedereen dan ook vrij om daar hun mening over te geven. Het is, de laatste jaren, dankzij social media ook eenvoudig geworden om onze meningen te verspreiden. Met een muisklik delen we onze mening met de rest van de wereld (…uiteraard met wie het wil lezen).

Hoe goedbedoeld hobbyisten zullen proberen, om van uit hun standpunt, hun visie en opgedane kennis door te geven over bepaalde zaken en enkel hopen om op die manier liefhebbers te helpen, er zullen ongetwijfeld altijd anderen zijn, die er een andere visie op nahouden. Ook zij zullen dat te kennen willen geven. Vraag is dan wie heeft het bij het rechte eind? Soms gaan discussie over vragen waar zelfs de wetenschap geen antwoord op heeft en ligt, zoals meestal, de waarheid ergens in het midden of wie weet, slaan ze beiden de bal mis.

Anderen gebruiken dan deze social media om wat  verder te gaan dan alleen maar te informeren en zullen hun ongezouten meningen, kritieken en commentaar op alles en nog wat geven, vooral als het vogels van anderen betreft.  Zo worden duizenden vogels be- of veroordeeld aan de hand van foto’s.  Zo worden vaak, lucratieve foto’s van vogels als ‘wedstrijdvogels’ beoordeeld. Sommigen doen dat op een vrij objectieve manier, andere ‘internetkeurmeesters’ halen graag tal van minpunten aan om toch te bewijzen dat hun vogels veel beter zijn 🙂  ). Maar ik denk wel dat het meesten het goed bedoelen. Besef dat hier geen exacte wetenschap aan te pas komt. Het is dus enkel hun visie. De beoordeling van een vogel is daarom bij de meeste liefhebbers dan ook deels gebaseerd op hun interpretatie van de standaardeisen en hun vogels.  Daardoor bekijken de meesten het enkel vanuit hun eigen standpunten en persoonlijke verwachtingen. Niemand is dan ook verplicht om deze stellingen te volgen of deze meningen te delen. Maar van de meeste opmerkingen kun je wel steeds iets opsteken, het hoeft met andere woorden niet altijd negatief ervaren te worden. Het is zeker niet nodig om zich daardoor bedreigd te voelen, bedenk maar: ‘Quot capita tot sensus‘ of zoveel mensen, zoveel meningen.

Het is daarom misschien goed om hier een verhaal uit het oude India te citeren:

“Er was een stad waar alle inwoners blind waren. Op een dag kwam de koning met zijn hele hofhouding en zijn leger naar de stad. De koning reed op een olifant, zo leek hij groter en machtiger. De blinden in de stad waren ontzettend nieuwsgierig naar de olifant en zes van hen gingen snel de koning op zijn olifant tegemoet. Ze hadden geen idee van de vorm en het uiterlijk van de olifant en probeerden ieder door te voelen er achter te komen wat voor dier de olifant was.

De eerste blinde man liep op de olifant af, maar viel toen hij tegen de flanken van de olifant aan botste. ” De olifant is een een soort muur van klei die in de zon gebakken is”, concludeerde hij.

De tweede blinde man voelde een slagtand van de olifant, en riep: ” Wat kan er zo rond en scherp zijn? De olifant moet een speer zijn!”

Toen kwam de derde blinde man dichterbij, strekte zijn handen uit naar de olifant en greep min of meer per ongeluk de slurf van de olifant. “Aha,” zei de derde blinde man, “de olifant lijkt nog wel het meest op een slang.”

Daarna stak de vierde blinde man zijn handen uit en voelde de knie van de olifant. “Het lijkt mij wel duidelijk waar de olifant het meest op lijkt.” zei hij, “De olifant moet wel een boom zijn!”

De vijfde blinde man raakte toevallig een oor van de olifant aan. Hij zei: ” Zelfs als je niet kunt zien is het overduidelijk dat de olifant nog het meeste op een waaier lijkt.”

De zesde blinde man had zijn handen nog niet eens uitgestoken of hij voelde al de slingerende staart, die hem al zwaaiend een plagerig duwtje gaf. De man stak zijn handen uit en voelde. “Ik weet het al,” zei de zesde blinde man, ” de olifant is een touw.”

Toen de mannen terug kwamen in hun stad stonden de inwoners op het plein op ze te wachten om over de olifant te horen. Ieder van de mannen vertelde wat hij gevoeld en gedacht had. Ze vertelden allemaal iets anders! De mannen gingen steeds harder praten en probeerden boven elkaar uit te komen. Uiteindelijk kregen de mannen zelfs een beetje ruzie, en één van de soldaten van de koning werd erbij gehaald. Hij vertelde dat alle zes mannen goed gevoeld hadden en allemaal dus een beetje gelijk hadden, hij gaf ze de opdracht te gaan zitten, te stoppen met schreeuwen en naar elkaar te luisteren. Dat deden de mannen, en zo kwamen ze erachter hoe de olifant er echt uit zag.”

Denk daar misschien eens over na…. en laat ons vooral genieten van onze hobby zonder ons er aan te ergeren. Het leven is immers veel meer dan enkel dit.
Geniet dus van de hobby en de vakantie, net zoals wij vanaf nu ook zullen doen.
So, see you all in August and enjoy the holidays.